Wat kunt u voor uw pluskind doen? Hoe betrekt u ze bij uw erfenis of een schenking?
U maakt deel uit van een nieuw samengesteld gezin: u en uw partner hebben elk een kind uit een vorige relatie. De verstandhouding tussen iedereen zit meer dan goed, zo goed zelfs dat u beide kinderen wil betrekken in uw vermogensplanning. Maar wat gebeurt er met uw nalatenschap wanneer u overlijdt?
Heeft uw pluskind recht op een deel van uw erfenis? Hoeveel erfbelasting zal er verschuldigd zijn? En wat als u vandaag al een financieel duwtje in de rug zou willen geven, onder de vorm van een legaat of schenking?
We geven u hierna alvast enkele aandachtspunten mee.
Vanuit juridisch oogpunt
Ons erfrecht is een bloedrecht. Om te kunnen erven moet u met de overleden persoon verwant zijn.
Om die reden wordt uw pluskind dus door de wet uitgesloten. Hij of zij zal nooit van u erven, maar dat betekent niet dit u zelf geen schikkingen zou kunnen treffen. Niets belet u een testament op te maken of bij leven aan uw pluskind te schenken.
Zowel bij de opmaak van uw testament als bij het doen van de schenking moet u rekening houden met de aanwezigheid van uw eigen kind. Uw eigen kind heeft recht op een bepaald deel van uw vermogen, namelijk de reserve. Die reserve is sinds een aantal jaar vastgeklikt op de helft van uw vermogen, ongeacht het aantal kinderen dat u heeft. De andere helft is het deel waar u vrij over kunt beschikken (‘het beschikbaar deel’).
Laat u aan uw pluskind iets na bij testament, dan weet u wellicht dat u daar steeds op kunt terugkomen. Een testament is immers steeds herroepbaar voor zover u wilsbekwaam bent.
Een testament is ook een persoonlijk iets en daarom erg discreet.
Een schenking is een overeenkomst bij leven, een contract. Uw pluskind aanvaardt de schenking en eventuele voorwaarden die u eraan gekoppeld hebt. Dat betekent ook dat u daar niet zomaar op kunt terugkomen. In principe geldt hier “gegeven is gegeven”.
Vanuit fiscaal oogpunt
De schenk- en erfbelasting zijn in ons land in ieder gewest anders. Om te weten wat de toepasselijke tarieven zijn, moeten we nagaan welk gewest bevoegd is.
Het toepasselijke tarief zal bepaald worden door het gewest waar u als overledene of als schenker in de periode van vijf jaar voorafgaand aan het overlijden of de schenking het langst gewoond heeft. Het wordt mee bepaald door de verwantschapsband tussen de overledene of de schenker en de begiftigde.
Elk gewest heeft eigen tarieven voor schenkingen en nalatenschappen tussen partners, in rechte lijn of tussen andere personen. Maar wat verstaat men onder ‘rechte lijn’? Horen de pluskinderen daar ook bij?
Op het niveau van de erfbelasting
Zowel in Brussel, Wallonië als in Vlaanderen worden de kinderen van de partner waarmee u gehuwd of wettelijk samenwonend bent gelijkgesteld met uw eigen kinderen. Ze vallen onder de toepassing van het tarief in rechte lijn.
Die gelijkstelling blijft gelden ongeacht de volgorde van overlijden tussen de biologische ouder en de plusouder. Belangrijk is wel dat die gelijkstelling tussen de eigen kinderen en de kinderen van uw partner in Brussel en Wallonië enkel geldt voor zover u en uw nieuwe partner gehuwd dan wel wettelijk samenwonend waren op het moment van overlijden.
In het Vlaams Gewest kunnen ook de pluskinderen van feitelijk samenwonende partners het tarief in rechte lijn genieten voor zover de partners op het moment van overlijden minstens 1 jaar ononderbroken samenleefden en een gemeenschappelijke huishouding voerden.
Maar vergeet niet: pluskinderen erven niet automatisch van de plusouder. U dient dus als plusouder actie te ondernemen!
Dat kan door de opmaak van een testament ten gunste van het pluskind. Een andere optie is om uw pluskind aan te duiden als begunstigde van een verzekeringspolis, op uw hoofd.
Bij uw overlijden ontvangt uw pluskind een kapitaal van de verzekeraar en zullen hier ook successierechten op betaald moeten worden.
De gelijkstelling geldt (onder bepaalde voorwaarden) enkel voor de pluskinderen.
De pluskleinkinderen zullen in de drie gewesten steeds onderworpen zijn aan het tarief ‘tussen alle andere personen’.
Op het niveau van de schenkbelasting
In Vlaanderen en in Wallonië worden de pluskinderen voor de toepassing van de schenkbelasting van respectievelijk 3% of 3,3% gelijkgesteld met de eigen kinderen. Onder pluskinderen wordt begrepen de kinderen van de huwelijkspartner of de wettelijk samenwonende partner.
Voor het Vlaams Gewest vallen bovendien ook de kinderen van de feitelijk samenwonende partner hieronder, op voorwaarde dat ze minstens 1 jaar feitelijk samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren.
In Brussel worden de pluskinderen in het kader van de schenkbelasting beschouwd als vreemden. De roerende schenking aan een pluskind in Brussel wordt aan 7% belast. Enkel de geadopteerde kinderen worden getaxeerd aan het tarief in rechte lijn.
Conclusie
Deel uitmaken van een nieuw samengesteld gezin staat het opzetten van een planning naar uw eigen kinderen of pluskinderen zeker niet in de weg.
De wetgever voorziet geen automatisch erfrecht van uw pluskind. U zult dus zelf initiatief moeten nemen, met respect voor de reserve van uw eigen kinderen.
Fiscaal gezien voorziet ieder gewest wel een gelijkstelling tussen de eigen kinderen en de pluskinderen, zowel op het niveau van de erf- als de schenkbelasting, al wordt veel bepaald door de manier waarop u uw relatie georganiseerd hebt. Bekijk uw eigen situatie dus goed, zowel door een juridische als een fiscale bril, en doe een beroep op één van onze estate planners om u in deze oefening te begeleiden.
Deze publicatie heeft een louter informatief karakter en verbindt geenszins de bank. Zij houdt geen rekening met uw persoonlijke situatie en kan in geen geval gelijkgesteld worden met een juridisch.