Het Arizona-regeerakkoord voor ondernemers: welke wijzigingen?

De nieuwe Arizona-regering ambieert een beleid om onze welvaart te versterken en de publieke financiën gezond te maken, onder andere via hervormingen op de arbeidsmarkt, de pensioenen en de fiscaliteit. Het regeerakkoord voorziet ook heel wat maatregelen om het ondernemerschap en de concurrentiekracht van onze ondernemingen te ondersteunen. In het kader van de fiscale hervorming worden een aantal maatregelen aangekondigd die een financiële impact kunnen hebben voor u als ondernemer en voor uw onderneming.
Solidariteitsbijdrage
Tot op vandaag is de meerwaarde op aandelen in België in principe vrijgesteld van belasting, indien gerealiseerd binnen het kader van het normale beheer van een privévermogen. Het regeerakkoord voorziet nu een algemene solidariteitsbijdrage – of meerwaardebelasting – van 10% op de gerealiseerde meerwaarde op financiële activa, waaronder dus ook de meerwaarde op aandelen van beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde vennootschappen. Voor aandeelhouders met een participatie van meer dan 20% (te bevestigen) zou de gerealiseerde meerwaarde vrijgesteld zijn tot één miljoen euro. Daarboven zou een progressief tarief gelden tussen 1,25% en 10% (de exacte schijven moeten nog bevestigd worden). Deze belasting zou in ieder geval alleen gelden voor meerwaarden gerealiseerd na de inwerkingtreding van de wet. De meerwaarde mag wel verminderd worden met eventuele minwaarden indien die gerealiseerd worden binnen hetzelfde kalenderjaar.
De concrete modaliteiten dienen nog uitgewerkt te worden want vandaag zijn er nog veel onduidelijkheden. Wij informeren u verder zodra er wetteksten beschikbaar zijn die een impact hebben op u als ondernemer.
DBI-vrijstelling
Dividenden die een vennootschap ontvangt zijn in principe belastbaar tegen het gewone tarief van de vennootschapsbelasting, namelijk 25%, of in geval van een verlaagd tarief 20%. Voor vennootschappen die een participatie hebben in andere ondernemingen, is het dividend, indien voldaan wordt aan enkele voorwaarden, vrijgesteld in hoofde van de ontvangende vennootschap gezien de winsten reeds belast zijn in hoofde van de uitkerende vennootschap.
Dit huidige DBI-stelsel (voor Definitief Belaste Inkomsten) zou omgevormd worden van een DBI-aftrek naar een DBI-vrijstelling. Voor grote ondernemingen* die participaties bezitten in andere ondernemingen (met uitzondering van DBI-beveks), wordt de drempel verhoogd van 2,5 naar 4 miljoen euro om de voordelen van het DBI-stelsel te genieten. De voorwaarde van 10% participatie blijft ongewijzigd. Ze zouden echter wel geboekt moeten worden als ‘financiële vaste activa’.
* Zoals gedefinieerd in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
DBI-bevek
Via een DBI-bevek kunt u via uw vennootschap op een fiscaalvriendelijke manier in een aandelenfonds beleggen aangezien de meerwaarde op de realisatie van een dergelijke DBI-bevek vrijgesteld is.
Die vrijstelling wordt afgeschaft en de meerwaarde zou in de toekomst onderworpen zijn aan een heffing van 5% bij uitstap. De roerende voorheffing op de ontvangen dividenden van een DBI-bevek zal enkel nog kunnen verrekend worden met de vennootschapsbelasting indien de ontvangende vennootschap in het inkomstenjaar van de ontvangst van het dividend een minimale bedrijfsleidersbezoldiging toekent (zie verder).
Minimale bedrijfsleidersbezoldiging
Om recht te hebben op het verlaagde vennootschapstarief van 20% op de eerste belastbare schijf van 100.000 euro, dient de vennootschap haar bedrijfsleider vandaag een minimale bezoldiging van 45.000 euro bruto op jaarbasis toe te kennen.
Het regeerakkoord voorziet dat die voorwaarde van een minimale bedrijfsleidersbezoldiging opgetrokken wordt naar 50.000 euro bruto op jaarbasis. Dat bedrag zal bovendien jaarlijks geïndexeerd worden. Nieuw is ook dat maximum 20% van deze bezoldiging uit voordelen alle aard mag bestaan.
Harmonisatie systemen VVPR-bis en liquidatiereserves
Via het VVPR-bis-regime kunnen dividenden onder bepaalde voorwaarden uitgekeerd worden aan slechts 15% roerende voorheffing (in plaats van 30%) vanaf het derde boekjaar na het boekjaar van de oprichting van de vennootschap (of kapitaalsverhoging). Via de liquidatiereserves is de vennootschap 10% bijkomende vennootschapsbelasting verschuldigd op het bedrag van de reserve. Na een wachttermijn van 5 jaar kan deze reserve uitgekeerd worden aan 5% roerende voorheffing, waardoor de totale belastingdruk 13,64% bedraagt na uitkering.
Deze regimes zouden voortaan gelijkgesteld worden. Het VVPR-bis-regime zou niet gewijzigd worden. In geval van een liquidatiereserve zou de wachttermijn verlaagd worden van 5 naar 3 jaar voor een mogelijke uitkering. De roerende voorheffing zou verhoogd worden van 5% naar 6,5% waardoor de totale belastingdruk 15% bedraagt na uitkering. Die wijzingen zouden ingaan voor reserves aangelegd vanaf 1 januari 2026.
Sociaal statuut zelfstandigen
Het regeerakkoord heeft ook als doel het sociaal statuut van zelfstandigen bij arbeidsongeschiktheid te verbeteren. Ook het statuut voor zelfstandigen in bijberoep zou hervormd worden.
Tevens ambieert de regering om de opbouw van een aanvullend pensioen voor zelfstandigen via de tweede pijler te harmoniseren en vereenvoudigen. Voor zelfstandigen in bijberoep zouden de mogelijkheden in het kader van een VAPZ (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen) uitbreiden. Vanaf 2026 zou het maximale bijdragepercentage van het VAPZ van 8,17% naar 8,50% stijgen, al is het niet duidelijk of het fiscaal maximum ook aangepast wordt. Voor zelfstandigen zonder vennootschap zou geen premietaks van 4,40% meer van toepassing zijn op premies in het kader van de POZ (Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen).
In het kader van de IPT (Individuele Pensioentoezegging) zou ook de 80%-regel hervormd worden. Het is nog onduidelijk in welke richting dit zou evolueren.
Voorafbetaling belastingen
Vanaf 2026 zou geen belastingverhoging meer toegepast worden indien geen of onvoldoende voorafbetaling belastingen gedaan werd en er zou een vijfde moment van voorafbetaling ingevoerd worden in de maand februari. In geval van een voorafbetaling in februari zal er dan een belastingvermindering toegekend worden.
Dit overzicht is niet limitatief en is gebaseerd op de ambities die geformuleerd zijn in het regeerakkoord van de Arizona-coalitie. Samen met u kijken wij uit naar de concrete uitwerking op basis van de wetteksten. Wij houden u alvast verder op de hoogte van de verdere evoluties en wat dit voor u als ondernemer en voor uw onderneming mogelijk impliceert.
U leest in dit artikel meer over de fiscale impact van het regeerakkoord voor particulieren.
Deze publicatie heeft een louter informatief karakter en verbindt geenszins de bank. Zij houdt geen rekening met uw persoonlijke situatie en kan in geen geval gelijkgesteld worden met een juridisch of fiscaal advies noch met een raad over financiële planning. Ze houdt rekening met de wetgeving die van kracht is op 21/03/2025.
Gezien de complexiteit van bepaalde verrichtingen en hun implicaties op burgerrechtelijk en fiscaal vlak, raden wij u ten stelligste aan om uw notaris of persoonlijk adviseur te raadplegen.