Uw belastingaangifte: zijn er veranderingen voor de fiscaliteit van uw beleggingen?
U hebt bankbeleggingen en zoals elk jaar is het rond deze periode tijd om uw jaarlijkse belastingaangifte (voor het inkomstenjaar 2023) in te vullen. U vraagt zich waarschijnlijk af of er dit jaar belangrijke veranderingen zijn op het vlak van de fiscaliteit van uw beleggingen, of dat er zaken zijn waarmee u rekening moet houden bij het indienen van uw aangifte. We zetten de aandachtspunten voor u op een rij.
Enkele basisprincipes
Voor we dieper ingaan op het thema, brengen we u graag enkele basisprincipes ter herinnering. Als natuurlijke persoon met fiscale woonplaats in België heeft de belastingaangifte betrekking op al uw inkomsten, of het nu gaat om beroepsinkomsten, roerende, onroerende of diverse inkomsten. Een aangifte betekent niet altijd belastingen, maar daar komen we later op terug. Bovendien moeten bepaalde inkomsten niet verplicht worden aangegeven. Dat is bijvoorbeeld het geval voor uw roerende inkomsten (dividenden, interesten) waarop reeds de Belgische bronbelasting werd ingehouden (meestal via uw Belgische financiële instelling).
Deadlines voor de indiening
Als u zelf uw belastingaangifte invult, is de uiterste datum om deze in te dienen verschillend naargelang u de elektronische of de papieren versie gebruikt en afhankelijk van de aard en type van inkomsten. Zoals steeds hebt u voor de papieren versie tijd tot 30 juni 2024. Als u de Tax-on-web-versie indient, hebt u 15 dagen langer tijd, tot 15 juli 2024 (ook indien u via een volmachthebber handelt). Indien u een vereenvoudigde aangifte hebt ontvangen, maar die moet wijzigen om er bepaalde specifieke inkomsten in op te nemen (bijvoorbeeld bezoldigingen van bedrijfsleiders, buitenlandse beroepsinkomsten, winsten en/of baten …), kunt u een verlenging van die termijn aanvragen tot 15 juli 2024. De deadline voor het indienen van uw aangifte wordt dan verlengd tot uiterlijk 16 oktober 2024 (zowel voor u als eventueel voor uw volmachthebber). Indien u een voorstel van vereenvoudigde aangifte hebt ontvangen, raden wij u sterk aan om de vooraf ingevulde gegevens te controleren, ook via Tax-on-web, zeker indien uw persoonlijke of vermogenssituatie veranderd is sinds uw laatste belastingaangifte. Op de website van de FOD Financiën vindt u een FAQ over de gegevens die u moet controleren in de aangifte.
U kunt de deadline voor het indienen van uw aangifte bekijken in MyMinfin.
Veranderingen voor de fiscaliteit van uw beleggingen?
Er zijn dit jaar geen opmerkelijke of spectaculaire veranderingen op het vlak van uw belastingaangifte voor uw beleggingen.
Onroerende inkomsten
Ter herinnering, twee jaar geleden werd de manier om onroerende buitenlandse inkomsten (van niet-verhuurde of voor privédoeleinden verhuurde onroerende goederen) aan te geven afgestemd op die van de Belgische onroerende inkomsten. Als u dus het geluk hebt om over een tweede verblijf te beschikken in zonniger oorden, zult u nu het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen van dit onroerend goed moeten opnemen, zoals u dat vorig jaar werd meegedeeld door de Belgische belastingdienst. Die inkomsten worden niet als zodanig belast, maar er wordt wel rekening mee gehouden bij het vaststellen van het belastingtarief op uw totale inkomen. In fiscaal jargon wordt dit het progressievoorbehoud genoemd. Raadpleeg zeker ons artikel voor meer informatie over dit onderwerp.
Fiscale korven
Vergeet verder ook niet dat voor een hele reeks belastingvoordelen de indexering werd bevroren. In de praktijk betekent dat dat alle korven en maximumbedragen die recht geven op een belastingvoordeel, dezelfde zijn als voor het inkomstenjaar 2022 (pensioensparen, vrijgestelde rente op gereglementeerde spaarrekeningen, vrijgestelde dividendkorf …). Die indexatie werd echter op 1 januari 2024 hervat, voor de aangifte die moet gebeuren in 2025 voor het inkomstenjaar 2024. Meer info over dit onderwerp vindt u in dit artikel.
Vrijstelling voor dividenden
Zoals in 2022 kunt u voor dividenden die in het jaar 2023 aan de Belgische roerende voorheffing onderworpen werden, het bedrag van de terug te vorderen roerende voorheffing ingeven (en dus niet het bedrag van de vrijgestelde dividenden). Dit moet onder de codes 1437-18 / 2437-85 in het vak VII betreffende de inkomsten van roerende goederen en kapitalen.
Een bepaald deel van de dividenden kan namelijk vrijgesteld worden via uw jaarlijkse belastingaangifte. Voor het inkomstenjaar 2023 (belastingjaar 2024) bedraagt het ‘vrijgestelde’ deel maximaal 800 euro. U kunt dus rekenen op een fiscaal voordeel van maximaal 240 euro (indien de ingehouden Belgische roerende voorheffing 30% bedroeg) per belastingplichtige. Het terug te krijgen bedrag wordt vervolgens afgetrokken van de verschuldigde belasting of terugbetaald indien er geen belasting verschuldigd is.
De bewijsstukken moeten ter beschikking worden gesteld van de belastingadministratie in geval van controle, maar u moet ze niet bij uw belastingaangifte voegen. Aangezien banken niet verplicht zijn een attest te verstrekken, gaat het in principe om de rekeninguittreksels/documenten betreffende de betaling van de dividenden, waarvoor u een terugbetaling van de ingehouden Belgische roerende voorheffing vraagt. Daarop staan onder meer de naam van de uitkerende vennootschap, het toegekende brutobedrag, het tarief van de Belgische roerende voorheffing, de datum waarop het dividend werd geïnd of toegekend …
Voor dividenden die u in het buitenland hebt ontvangen en die niet aan de Belgische roerende voorheffing werden onderworpen, volstaat het om de maximale korf van 800 euro niet aan te geven.
We herinneren u eraan dat zowel dividenden van Belgische als buitenlandse aandelen in aanmerking komen. Dividenden van beleggingsfondsen zoals beveks komen daarentegen niet in aanmerking voor deze regeling. U kunt zelf kiezen voor welke van de in aanmerking komende dividenden u de terugbetaling van de roerende voorheffing vraagt.
Taks op effectenrekeningen
Het is niet langer verplicht om het bestaan van minstens twee effectenrekeningen te vermelden, zoals in het verleden wel het geval was onder de oude jaarlijkse taks op effectenrekeningen. Ter herinnering: die taks werd in 2019 vernietigd door het Grondwettelijk Hof.
In de praktijk wordt deze taks (tegen een tarief van 0,15%) voor uw effectenrekeningen in België automatisch aan de bron ingehouden door uw Belgische financiële instelling. Dat gebeurt op de gemiddelde waarde van uw effectenrekening indien de drempel van één miljoen euro wordt overschreden. Die inhouding aan de bron is bevrijdend. Voor de standaardreferentieperiode die eindigde op 30 september 2023 hebben de financiële instellingen die aangifte en betaling reeds op 20 december 2023 verricht. Met andere woorden: u hoeft hiervoor niets meer te doen.
Indien u daarentegen effectenrekeningen in het buitenland hebt, dan zult u de gemiddelde waarde en de eventueel verschuldigde belasting zelf moeten berekenen en aangeven. De aangifte moet via een afzonderlijk formulier gebeuren tijdens dezelfde termijn als die voor uw jaarlijkse belastingaangifte. De betaling moet uiterlijk op 31 augustus 2024 gebeuren voor de referentieperiode die eindigt op 30 september 2023. Alle informatie kunt u terugvinden op de website van de FOD Financiën.
Individuele rekeningen en levensverzekeringen in het buitenland
Wij herinneren u eraan dat het verplicht is, zoals al vele jaren het geval is, om de rekeningen waar u (of uw echtgeno(o)t(e)/wettelijke samenwoner) houder van bent in het buitenland en/of de levensverzekeringspolissen waar u (of uw echtgeno(o)t(e)/wettelijke samenwoner) verzekeringnemer van bent in het buitenland te vermelden in het vak XIII, onder de codes 1075-89 en/of 1076-88.
Rechtstreeks in het buitenland ontvangen roerende inkomsten
Indien u ten slotte roerende inkomsten ontvangt in het buitenland (dividenden, interesten …) zonder tussenkomst van een Belgische tussenpersoon en er nog geen Belgische roerende voorheffing werd ingehouden, dan bent u verplicht die inkomsten op te nemen in uw aangifte onder het vak VII ‘Inkomsten van roerende goederen en kapitalen’, punt A. 2. b) (meestal onder de codes 1444-11 en 2444-78, die betrekking hebben op de roerende inkomsten die onderworpen zijn aan het standaardtarief van de Belgische roerende voorheffing van 30%).
Deze publicatie heeft een louter informatief karakter en verbindt geenszins de bank. Zij houdt geen rekening met uw persoonlijke situatie en kan in geen geval gelijkgesteld worden met een juridisch of fiscaal advies noch met een raad over financiële planning. Gezien de complexiteit van bepaalde verrichtingen en hun implicaties op burgerrechtelijk en fiscaal vlak, raden wij u ten stelligste aan om uw notaris of persoonlijk adviseur te raadplegen.