Nieuws onder de zon voor uw tweede verblijf in het buitenland
Vanaf het aanslagjaar 2022 - inkomsten 2021 wordt de aangifte van onroerende inkomsten uit tweede verblijven in het buitenland gelijkgeschakeld met die van tweede verblijven in België. In de belastingaangifte die u de komende weken moet invullen, werd dit dus voor het eerst gewijzigd.
Voortaan zal de belasting van die buitenlandse onroerende inkomsten ook gebaseerd zijn op het kadastraal inkomen, zoals dat het geval is voor de inkomsten uit vastgoed gelegen in België (dat niet verhuurd wordt of verhuurd wordt voor ‘privédoeleinden’).
Het zal bovendien niet langer mogelijk zijn forfaitaire of buitenlandse belastingen af te trekken van die buitenlandse onroerende inkomsten. In de praktijk zijn de onroerende inkomsten voor buitenlands vastgoed dus gelijk aan het geïndexeerd kadastraal inkomen verhoogd met 40%.
De interesten gelinkt aan de financiering van die onroerende goederen blijven wel aftrekbaar (federale aftrek).
De fiscale gevolgen van die wijziging zullen echter gering zijn, aangezien die buitenlandse onroerende inkomsten in principe vrijgesteld zijn van personenbelasting, maar wel in aanmerking worden genomen voor de berekening van de belastingen op de andere inkomsten (het zogenaamde progressievoorbehoud).
Bezit u vastgoed in het buitenland, dan heeft de belastingdienst in principe contact opgenomen met u om een aantal gegevens op te vragen om het kadastraal inkomen te kunnen vaststellen. Het is dat niet-geïndexeerd; kadastraal inkomen, dat de belastingdienst u in het loop van het jaar heeft meegedeeld, dat u nu (voor het eerst) moet opnemen in uw jaarlijkse belastingaangifte (inkomstenjaar 2021 – aanslagjaar 2022).
Indien dat kadastraal inkomen u niet is meegedeeld, om welke reden dan ook, moet u zo snel mogelijk contact opnemen met de belastingdienst (Cel buitenlands KI).
Meer details over deze wijziging kunt u in ons vorige artikel lezen.