De jaarlijkse taks op effectenrekeningen: opfrissing
In september loopt traditioneel de standaard referentieperiode voor de jaarlijkse taks op effectenrekeningen ten einde. Wat betekent dat concreet voor u? U leest het in dit artikel.
Toepassing van de jaarlijkse taks op effectenrekeningen
U weet ongetwijfeld dat deze taks in februari 2021 in werking is getreden en gepresenteerd werd als een abonnementstaks die de effectenrekening op zichzelf viseert. Het enige dat telt is het aanhouden van een effectenrekening, los van wie houder is en welke economische of juridische rechten hij erop kan laten gelden. Het aanhouden en het bestaan van de effectenrekening staan dus centraal.
"Zodra de drempel van 1 miljoen euro gemiddelde waarde overschreden wordt is de taks verschuldigd"
Deze versie van de taks heeft in tegenstelling tot zijn eerdere versie een veel ruimer toepassingsgebied, zowel persoonlijk als materieel. Alle belastingplichtigen, zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, rijksinwoners of niet-inwoners (op enkele uitzonderingen na), zijn onderworpen aan de effectentaks voor alle financiële producten die ze op de effectenrekening aanhouden, inclusief staatsbonnen. Bovendien wordt een andere logica gebruikt: zodra de drempel van 1 miljoen euro gemiddelde waarde overschreden wordt tijdens een bepaalde referentieperiode is de taks verschuldigd, en dat per effectenrekening.
Voor meer details over de toepassing en berekening van deze taks, kunt u ons vorige artikel raadplegen.
Berekeningsmethode van de jaarlijkse taks op effectenrekeningen
De tweede standaard referentieperiode is aangevangen op 1 oktober 2023 en eindigt op 30 september 2024. Die periode bestaat uit vier ‘foto’s’ van de waardering van de financiële instrumenten op uw effectenrekening, namelijk 31 december 2023, 31 maart 2024, 30 juni 2024 en 30 september 2024. In de praktijk zal de bank het gemiddelde berekenen van de ‘waarde’ van uw effectenrekening op basis van die vier waarderingen.
Het is die zogenaamde gemiddelde waardering die de bank in staat zal stellen om te bepalen of de drempel van één miljoen euro al dan niet overschreden werd voor uw effectenrekening en dus of de taks verschuldigd is of niet. De berekening gebeurt per effectenrekening en niet per titularis. De gemiddelde waardering van alle effectenrekeningen van één houder bij de bank wordt dus niet samengevoegd voor een bepaalde referentieperiode. Die gemiddelde waardering vormt de belastbare grondslag van de taks (nog steeds 0,15%).
Als u onderworpen bent aan deze taks (en u dus boven de grens van één miljoen euro zit per effectenrekening), zal de bank de taks op die waarde moeten inhouden. De bank zal u na de referentieperiode een overzicht bezorgen met de gemiddelde waarde die werd berekend, het bedrag van de ingehouden taks en de debiteringsmodaliteiten.
De bank zal deze taks overmaken aan de belastingadministratie. Deze inhouding is bevrijdend. U hoeft dus zelf geen aangifte of betaling meer te doen!
Deze publicatie heeft een louter informatief karakter en verbindt geenszins de bank. Zij houdt geen rekening met uw persoonlijke situatie en kan in geen geval gelijkgesteld worden met een juridisch of fiscaal advies noch met een raad over financiële planning. Ze houdt rekening met de wetgeving die van kracht is op het moment van schrijven. Gezien de complexiteit van bepaalde verrichtingen en hun implicaties op burgerrechtelijk en fiscaal vlak, raden wij u ten stelligste aan om uw notaris of persoonlijk adviseur te raadplegen.