Hervorming van het wettelijk pensioen: impact op de 80%-regel van uw IPT-contract
In het kader van de hervorming van het wettelijk pensioen voor zelfstandigen werd bepaald dat voor loopbaanjaren vanaf 2021 het wettelijk pensioen van zelfstandigen gelijk getrokken wordt met dan van werknemers. Uiteraard is dat goed nieuws voor u als zelfstandige. Anderzijds heeft die hervorming wel een impact op de zogenaamde 80%-regel in het kader van een Individuele Pensioentoezegging (IPT).
Impact op aanvullende pensioenopbouw
De 80%-regel bepaalt het maximumbedrag van het aanvullend pensioen dat u als zelfstandig bedrijfsleider kunt opbouwen in het kader van een Individuele Pensioentoezegging of groepsverzekering via een voor uw vennootschap jaarlijks fiscaal aftrekbare premie, rekening houdend met het wettelijk pensioen. Een verhoging van het wettelijk pensioen impliceert echter dat de fiscale ruimte voor een aanvullende pensioenopbouw vermindert.
In een circulaire 2022/C/33 van 31 maart 2022 heeft de belastingadministratie de fiscale berekengingswijze van de 80%-regel gewijzigd met terugwerkende kracht vanaf 01/01/2021. Voor aanslagjaar 2022 is een proportionele berekeningsmethode van toepassing die enerzijds rekening houdt met de prestatie van de loopbaanjaren voor of na 2021 en anderzijds met het sociaal statuut tijdens die loopbanen.
Concreet betekent dat:
- voor de loopbaanjaren die u presteerde als zelfstandige voor 2021 het wettelijk pensioen geraamd wordt op 25% van de bruto jaarbezoldiging van 2020;
- voor de loopbaanjaren die u presteerde als zelfstandige vanaf 2021 en ook voor de loopbaanjaren die u voor 2021 als werknemer presteerde, het wettelijk pensioen geraamd wordt op 50% van de bruto jaarbezoldiging.
Dat maakt een optimale berekening van de 80% regel van uw IPT-contract belangrijker dan ooit.
Tolerantieperiode 2022-2023
Aangezien die circulaire met terugwerkende kracht wordt toegepast vanaf 01/01/2022, zouden de premies die u in 2021 en eventueel ook in 2022 reeds gestort hebt de nieuwe fiscale limiet kunnen overschrijden.
Voor de aanslagjaren 2022 en 2023 wordt wel een tolerantie voorzien. Het gedeelte van de premies dat volgens de nieuwe berekeningsregels fiscaal niet aftrekbaar zou zijn, wordt beschouwd als een verworpen uitgave. In dat geval moet het premie-excedent voor 2021 en/of 2022 geboekt worden op een rekening ‘49 over te dragen kosten’ en wordt het excedent beschouwd als een voorschot op de premie die in 2023 moet betaald worden.
Voor concreet advies en om te bepalen wat de impact is voor uw Individuele Pensioentoezegging of groepsverzekering, neemt u contact op met uw adviseur of via Business_Development@nagelmackers.be.