De liquidatiereserve: fiscaal gunstregime voor uw kmo
Sinds het aanslagjaar 2015 genieten kleine ondernemingen1 een fiscaal gunstregime om hun boekwinst na belastingen uit te keren. Daarbij plaatsen ze hun boekhoudkundige winst na belastingen jaarlijks volledig of gedeeltelijk op een aparte rekening voor de reserves, de zogenaamde ‘liquidatiereserve’.
Welke heffingen betaalt de vennootschap?
Op het ogenblik van het aanleggen van de liquidatiereserve is een bijzondere aanslag van 10% vennootschapsbelasting verschuldigd op de aangelegde reserve. Indien de vennootschap een wachttermijn van vijf jaar respecteert om de liquidatiereserve uit te keren, is slechts 5% roerende voorheffing verschuldigd. De reserve uitkeren in die wachtperiode, gebeurt echter aan 20% (wat neerkomt op het standaardtarief van 30% roerende voorheffing die wordt toegepast op dividenduitkeringen). Het loont dus de moeite om die termijn in acht te nemen voor de uitkering van dividenden!
Wanneer de vennootschap wordt vereffend, kan de liquidatiereserve vrij van roerende voorheffing worden uitgekeerd als liquidatiebonus, ongeacht wanneer de uitkering plaatsvindt.
De wachttermijn van vijf jaar overbruggen
Als uw vennootschap nu reeds over liquiditeiten beschikt, zijn er alternatieven in afwachting van een uitkering van uw liquidatiereserve na vijf jaar.
Nagelmackers biedt u een breed gamma aan oplossingen om de aangelegde reserve optimaal te benutten. Een eerste mogelijkheid is discretionair vermogensbeheer, voor een optimaal beheer en rendement van de liquiditeiten binnen uw vennootschap. Er bestaan ook zogenaamde DBI-fondsen (naar Definitief Belaste Inkomsten), waarbij de meerwaarden op deelbewijzen in die fondsen en de jaarlijkse dividenden van die fondsen bijna volledig zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting.
Uitkering van de liquidatiereserve
U kunt enerzijds de liquidatiereserve laten uitkeren als dividend. U betaalt dan na de periode van vijf jaar slechts 5% roerende voorheffing. Indien u de liquiditeiten belegd hebt in financiële instrumenten en uw vennootschap zo een portefeuille heeft opgebouwd, kunt u de beleggingen in de vennootschap naar uw privévermogen overdragen als dividend in natura. Daarvoor gelden dezelfde belastingregels. U hoeft in dat geval uw beleggingen niet te verkopen. Nagelmackers zoekt samen met u ook naar de meest geschikte oplossingen voor het beheer van uw privévermogen, naargelang uw risicoprofiel als belegger en uw doelstellingen op korte, middellange en lange termijn.
Uw aangelegde reserve optimaal laten renderen
U kunt uw aangelegde liquidatiereserve dus pas na vijf jaar uitkeren indien u de gunstige fiscaliteit van 5% roerende voorheffing wil genieten.
- Betekent dat dat u voor een termijn van maximaal vijf jaar kunt beleggen binnen uw vennootschap?
- Welke beleggingsmogelijkheden zijn er tegenwoordig voor uw vennootschap, nu de rentevoeten opnieuw interessanter zijn, naast de klassieke DBI-bevek?
- Welke vastrentende oplossingen zijn nu interessant naast de klassieke spaar- en termijnrekeningen?
- Hoe laat u het verschil tussen uw opgebouwde bedrijfskapitaal en uw behoefte aan kapitaal, dus uw overtollige liquiditeiten, optimaal renderen?
Droomt u van de aankoop van een tweede verblijf in België of het buitenland?
Ik wil een kennismakingsgesprek1 In de zin van artikel 1.24 van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (voorheen artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen).
Deze publicatie heeft een louter informatief karakter en verbindt geenszins de bank. Zij houdt geen rekening met uw persoonlijke situatie en kan in geen geval gelijkgesteld worden met een juridisch of fiscaal advies noch met een raad over financiële planning. Gezien de complexiteit van bepaalde operaties en hun implicaties op burgerrechtelijk en fiscaal vlak, raden wij u ten stelligste aan om uw notaris of persoonlijk adviseur te raadplegen. Dit artikel is gebaseerd op de geldende wetgeving in april 2024.